Pendeljaren - 1998

Op 8 augustus 1993 wordt Van Laerhoven veertig. Die dag begint hij een dagboek bij te houden. Het is de tijd van bewogen reizen naar het zuiden van Libanon, Mozambique, Burundi, Liberia, … Het is ook de periode waarin de schrijver nagaat wat belangrijk is in zijn leven, waar hij vandaan komt, wie hij is. Bovendien zijn dit de jaren waarin een psychopaat genaamd Dutroux België doet daveren op zijn grondvesten. De tijd van de biechtvaders is voorbij, maar de bogeymen doen gouden zaken.

Begin

Nu ik vandaag veertig ben geworden, wil ik weten of ik een ziel heb, want ik begin te begrijpen dat een mens die zonder zit het moeilijk heeft met de liefde.

Einde

Leer mij, vader, hoe ik die roes kan laten zingen.